Zet jezelf in de etalage: zo overtuig je jouw cliënt van je waarde

Als loopbaanbegeleider ben je het vak ingegaan om mensen te helpen. Natuurlijk doe je dat niet voor nop, aan het eind van de week moet ook jij boodschappen doen. Maar hoe overtuig je een potentiële cliënt ervan dat jouw hulp een investering waard is? Hieronder zetten we 5 tips op een rijtje.

Tip 1: Zet de hulp centraal

Heb je kiespijn? Dan is het natuurlijk fijn als je tandarts een prettige vent of dame is. Maar veel belangrijker vind je het nog dat hij of zij je van die rottende kies kan verlossen. De hulp is, kortom, belangrijker dan de persoon.

De hulp is, kortom, belangrijker dan de persoon

Om een twijfelende cliënt ervan te overtuigen dat jij een investering waard bent, is het net zo goed belangrijk dat je niet te veel jezelf verkoopt. Stel in plaats daarvan de hulp die je biedt centraal. Jouw cliënt zit immers in de knoop met z’n loopbaan: een probleem dat hij graag wil oplossen. Laat dat nu net iets zijn waar jij bij kunt helpen! Uiteindelijk staat daar – net als bij de tandarts overigens – een factuur tegenover.

Tip 2: Maak het resultaat concreet

Laat je een aannemer je badkamer onder handen nemen? Dan maak je van tevoren duidelijke afspraken over hoe je douche, wasbak en elektrische handdoekrek er aan het eind van de rit uit gaan zien. Weet je welk resultaat je voor je investering krijgt? Dan maak je makkelijker die euro’s over.

Weet je welk resultaat je voor je investering krijgt? Dan maak je makkelijker die euro’s over

Jouw cliënt heeft geen problemen met z’n kleine kamertje, maar wel met z’n loopbaan. Daar houden de verschillen met het badkamerscenario ook op. Want gaat hij in jouw hulp investeren? Dan wil hij graag weten wat jij daar concreet tegenoverstelt. Weet-ie aan het eind bijvoorbeeld in welke sector hij het meeste kans maakt op een leuke baan? Of heeft-ie een stappenplan om dat werk ook echt te veroveren? Laat het hem weten!

Een loopbaancoach die deze tip als geen ander heeft begrepen, is Wendy Goudzwaard. Het resultaat van haar loopbaanbegeleiding is namelijk wel heel concreet: ze garandeert als enige loopbaancoach in Nederland haar deelnemers een nieuwe baan!

Tip 3: Laat zien hoe je tot dat resultaat komt

Heb jij het resultaat voor jouw cliënt concreet gemaakt? Bijvoorbeeld door te beloven dat hij straks precies weet welk beroep het beste bij zijn wensen past? Vertel hem dan ook hoe jullie tot dat resultaat gaan komen. Op die manier weet hij zeker dat jij geen lege beloftes doet.

Maak van tevoren glashelder wat jouw cliënt terugkrijgt voor zijn geld

Dus: hoe gaan jullie tot het gewenste resultaat komen? Is dat door middel van contactmomenten? Assessments? Lesboeken? Hoe jij jouw loopbaanprogramma ook inricht, maak van tevoren glashelder wat jouw cliënt terugkrijgt voor zijn geld.

Tip 4: Kies het juiste moment

Voor salestijgers bestaat er geen grote adrenalinekick. Nadat ze een uitgebreid verkooppraatje hebben gehouden vragen ze hun klant: ‘En? Wil je m’n product van me afnemen?’ Het bepalen van het juiste verkoopmoment is een van de lastigste beslissingen die ze moeten nemen in hun werk. Doe je het goed? Dan gaat je klant met je in zee. Mis je het moment? Daar gaat je sale!

Of je het nu leuk vindt of niet: jij bent tijdens het intakegesprek ook een klein beetje die salestijger. Ook jij moet dus op zoek naar het juiste moment om een cliënt te vragen: ‘Zullen we een traject met elkaar inplannen?’ Dus: wat is het juiste moment om hierover te beginnen?

Of je het nu leuk vindt of niet: jij bent tijdens het intakegesprek ook een klein beetje die salestijger

In ieder geval niet te snel, zullen alle salesmensen je op het hart drukken. Vertel eerst concreet over je hulp, wat jouw cliënt dat gaat opleveren en hoe jullie tot dat resultaat komen. Voel je een klik? En heb je het idee dat jouw cliënt ervan overtuigd is dat jij een bijdrage kunt leveren aan de oplossing van zijn probleem? Sla dan toe! Is die overtuiging er nog niet? Stel het verkoopmoment dan nog even uit, en probeer in plaats daarvan z’n onzekerheden weg te nemen.

Tip 5: Vermijd woorden als ‘kosten’, ‘prijs’ en ‘geld’

Nog een laatste, maar ook gouden salestip: gebruik nooit woorden als ‘kosten’, ‘prijs’ en ‘geld’. Probeer je een cliënt ervan te overtuigen dat jouw hulp zijn investering waard is? Gebruik dan ook dat woord: ‘investering’. Bij de drie eerdergenoemde termen ziet je cliënt meteen zijn zuurverdiende euro’s z’n bankrekening verlaten. Heb je het over een investering? Dan roept dat ideeën van een zorgeloze toekomst op. We hoeven jou niet te vertellen dat die laatste optie beter is.

Verder lezen?

Deze tips verschenen eerder in een kortere versie op de website van beroepsvereniging NOBCO.

Werkgevers vinden kroeshaar onprofessioneel, en dat is een enorm probleem

Maak je deel uit van een etnische minderheid? Dan is je zoektocht naar een baan een ingewikkelde. Racisme op de arbeidsmarkt is aan de orde van de dag – een onderzoek van het internationale recruitingplatform Smart Recruiters onderstreept dat deze week weer eens. Het bedrijf liet 401 werkgevers van over de hele wereld zichzelf evalueren op het gebied van diversiteit.

Het blijft bij ideeën

Wat blijkt? Werkgevers zitten vol goede ideeën om eindelijk wat inclusiever personeel aan te nemen. Maar bij die ideeën blijft het ook – van actie komt het in ieder geval niet. Slechts 15% van de werkgevers heeft bijvoorbeeld mensen van etnische minderheden op hun bedrijfswebsite staan afgebeeld. Heb je het over /werkenbij-pagina’s? Dan zakt dat percentage onder de 10%.

Bedrijven met websites vol blije witte mannen zien dat terug aan hun sollicitatietafel

En dat is een probleem. Want zie je niemand die ook maar een beetje op jou lijkt op een bedrijfswebsite? Dan krijg je niet het gevoel dat je met een team te maken hebt waar jij bij kunt horen. En dat zien die bedrijven met websites vol blije witte mannen terug aan hun sollicitatietafel: etnische minderheden verschijnen er niet aan.

Geen extra’s, geen geld

Tel daarbij op dat volgens het Smart Recruiters-onderzoek 61% van de werkgevers bijna nooit iets extra’s doet om een diverse groep sollicitanten aan te trekken, en je begrijpt waarom de inclusiviteitsdoelen op veel werkvloeren niet worden behaald.

Tot slot is geld ook een probleem. Dat wil zeggen, uit het onderzoek blijkt dat niet genoeg werkgevers – 32% van de ondervraagden om precies te zijn – in diversiteit investeren. De overige 68% maakt geen budget vrij voor diversiteit en inclusiviteit.

Kroeshaar? Daar gaat je baankans

Over een ander probleem bij het inclusief aannemen van personeel, hebben we het dan nog niet gehad. Want heb je in Nederland een Afrikaanse afkomst? En draag je je haar in een natuurlijke stijl? Dan bestaat de kans dat je bij je sollicitatiegesprek vanwege je haarstijl wordt afgewezen.

Dat weten we omdat Janice Odijk, zelf Kaapverdisch-Nederlandse, er haar scriptieonderzoek naar deed. Dat onderzoek kwam vervolgens bij verschillende media op de radar, omdat ze er bij de David van Lennep Scriptieprijs met het zilver vandoor ging.

Vrouwen vaker slachtoffer dan mannen

Uit het onderzoek van Odijk blijkt dat vooral zwarte vrouwen hun employability in de weg staan als ze met een natuurlijke haarstijl bij hun sollicitatiegesprek verschijnen. Ze worden minder geschikt en minder professioneel bevonden dan zwarte vrouwen met stijl haar. Daarbij wordt specifiek gediscrimineerd op kroeshaar, vertelt Odijk op de website van de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek. “Witte vrouwen met krullend haar worden niet gediscrimineerd.”

“Witte vrouwen met krullend haar worden niet gediscrimineerd”

Zwarte mannen hebben minder met het probleem te maken, blijkt ook uit Odijks scriptie. Kort kroeshaar roept zelfs helemaal geen associaties met ‘onprofessioneel’ of ‘ongeschikt’ op. Draagt een zwarte man rastahaar? Dan wordt hij wel ‘onprofessioneel’ gevonden – mensen blijken een associatie met de Rastafari-cultuur en blowen te hebben. Maar dat maakt hem niet per se ongeschikt, volgens ondervraagden in het onderzoek van Odijk.

Geen makkelijke oplossing

Nu denk je misschien: dit probleem is, althans gedeeltelijk, makkelijk op te lossen! De heren laten zich geen rastakapsel aanmeten en de dames halen de stijltang door hun haar. Maar zo simpel is het niet. Allereerst omdat veel middeltjes om zwarte haardrachten meer op haardrachten van witte mensen te laten lijken vaak duur en ongezond zijn.

Het is racistisch en seksistisch is om zwarte vrouwen op basis van hun natuurlijke haar geen eerlijke kans te geven

Maar nog veel meer omdat het fundamenteel racistisch en seksistisch is om zwarte vrouwen op basis van hun natuurlijke haardracht geen eerlijke kans op de arbeidsmarkt te geven. “Je wordt afgewezen op iets dat een belangrijk onderdeel is van je identiteit”, zegt Odijk daar zelf over.

Blinde vlekken herkennen en actie ondernemen

En dus is het aan werkgevers om zich ervan bewust te zijn dat kroeshaar niet onprofessioneel is. Het maakt iemand ook zeker niet ongeschikt. Want herken je je vooroordelen? Dan kun je ze vervolgens ook uit je beoordelingscriteria filteren. Voor Odijk was het een van de redenen om haar scriptieonderzoek naar dit onderwerp te doen.

Aan werkgevers die hun blinde vlekken kennen, is het vervolgens de taak om ook écht verandering in hun hiring-beleid aan te brengen. Anders verandert er niets, zo liet het onderzoek waar we dit artikel mee begonnen ons zien.

Verder lezen?

De Nederlandse Stichting voor Psychotechniek interviewde Janice Odijk over haar scriptieonderzoek. Dat interview valt op de SoundCloud van de NSvP in podcastvorm te beluisteren.

 

Geschrokken van het vacaturerecord? De arbeidsmarktspanning wordt alleen maar erger…

Op de middelbare school leerde je bij aardrijkskunde over de bevolkingspiramide. Destijds niet goed op zitten letten? De bevolkingspiramide is een gecentreerd gestapeld overzicht van de bevolking in een land of regio naar leeftijd. Doordat er vaak maar een klein groepje 90’ers in een gebied te vinden is, en een grote groep peuters en kleuters, lijken die overzichten op oud-Egyptische bouwwerken. Vandaar: piramide.

Van piramide naar column

Met de bevolkingspiramide in Nederland is echter een probleem. Ieder jaar begint-ie minder op een piramide te lijken – en meer op een soort column. Dat betekent dat er net zoveel tieners als 60’ers zijn. En dat is niet alleen vervelend omdat we straks de term bevolkingspiramide niet meer kunnen gebruiken. Het is ook een probleem omdat de arbeidsmarkt erdoor vastloopt.

Ga maar na: als we straks evenveel ouderen als jongeren hebben, hebben we evenveel werkenden als gepensioneerden. En dat betekent dat onze potentiële beroepsbevolking niet groot genoeg is: er zijn straks meer banen dan mensen die ze kunnen opvullen.

De bevolkingspiramide van Nederland in 2030 mag je gerust een bevolkingscolumn noemen

Continu 3,6 miljoen vacatures

Dat er afgelopen maand voor het eerst meer vacatures dan werkzoekers waren, laat zien dat dit geen worstcasescenario, maar de keiharde realiteit is. En het wordt alleen maar erger. Want in 2030, dat is dus over minder dan 10 jaar, vormen 60’ers volgens het CBS de grootste leeftijdsgroep in Nederland.

Volgens onderzoek van Cedefop, het Europees Centrum voor de ontwikkeling van beroepsbevolking, gaat die geringe beroepsbevolking in 2030 gepaard met een continu vacatureaantal van 3,6 miljoen.

Over de dijk ook een probleem

Kijken we over de dijk, dan zien we dat de rest van Europa met hetzelfde probleem wordt geconfronteerd. België, het Verenigd Koninkrijk en Oostenrijk kampen momenteel allemaal met een vacatureoverschot.

En lees je een recent onderzoek van de Verenigde Naties? Dan zie je de huiveringwekkende voorspelling dat Europa in 2050 95 miljoen minder mensen dan nu tot haar beroepsbevolking mag rekenen.

Duitsland echt het bokje

Graaf je nog wat verder in dat VN-onderzoek, dan zie je bovendien dat Duitsland het hardst wordt getroffen. Onze oosterburen doen het weliswaar goed op gebied van automatisering – hopelijk lost dat de problemen enigszins voor ze op – maar de VN voorspelt alsnog een werknemerskloof van 7 miljoen voor het Duitsland van 2050. Volgens McKinsey kampen de Duitsers in 2030 al met een werknemerskloof van 4 miljoen.

In 2030 heeft Duitsland bijna 20 miljoen vacatures

Nu we het toch over de situatie in Duitsland hebben, komen we nog even terug op het Cedefop-onderzoek van een aantal alinea’s geleden. Dat we in Nederland volgens Cedefop straks constant 3,6 miljoen vacatures hebben op te vullen lijkt misschien veel, maar in vergelijking met de Duitsers stelt het weinig voor. In 2030 hebben zij er namelijk bijna 20 miljoen, zo stelt het onderzoek.

Andere Europese landen, denk daarbij aan Italië, Frankrijk en Spanje, hebben in 2030 10 miljoen vacatures.

Conclusie: voldoende werk voor loopbaancoaches

De conclusie van bovenstaande mag duidelijk zijn: op de arbeidsmarkt van nu zijn er meer vacatures dan werkzoekers en vanwege de bevolkingsopbouw wordt dat in 2030 alleen maar erger. Over de situatie in 2050 hebben we het dan nog niet gehad.

Of een en ander nog is af te wenden lijkt onwaarschijnlijk. De conjunctuur kan immers nu en dan veranderen, maar de bevolkingsopbouw staat redelijk vast. Onderaan de streep hebben loopbaanbegeleiders voorlopig dus voldoende werk om mensen te matchen op een vacature die écht bij hen past.

Waarom iedereen stilstaat op de Nederlandse arbeidsmarkt

Overal om ons heen wisselen mensen in historische getalen van baan. Toen Microsoft begin dit jaar aan dertigduizend werknemers over de hele wereld vroeg of ze overwogen om ontslag te nemen, zei bijna de helft ‘ja’. Personio, een softwareontwikkelaar actief op de Britse Eilanden, stelde dezelfde vraag in het Verenigd Koninkrijk en Ierland: 38% van de respondenten gaf in dat onderzoek aan binnen een jaar van hun huidige baan af te willen.

Groot contrast tussen Amerika en Nederland

En het blijft niet bij intenties, zien we met een blik op Amerika. Alleen al in april van dit jaar dienden 4 miljoen mensen daar hun ontslag in, blijkt uit cijfers van het U.S. Bureau of Labor Statistics.

Alleen al in april van dit jaar dienden 4 miljoen mensen in Amerika hun ontslag in

Maar in Nederland? Krekels – iedereen blijft lekker zitten waar-ie zit. Het aantal sollicitaties per vacature op LinkedIn ligt nu 48% lager dan in 2019, toen niemand nog van het coronavirus had gehoord, weet het Financieel Dagblad. En dat terwijl er nu voor het eerst in de geschiedenis meer vacatures dan werkzoekers zijn.

Recruiters wijzen naar jongeren bij de GGD

Bij recruitersplatform Werf& weten ze waar het aan ligt. Of in ieder geval: deels. Jongeren hebben tijdens de coronacrisis namelijk fijne baantjes bij de GGD gekregen. Daar verdienden ze bovendien goed. Werk je als 20-jarige bij een teststraat? Dan krijg je zeker €12,- per uur. En alhoewel het eind van de crisis in zicht begint te komen, werken er nog altijd zo’n dertigduizend mensen bij de GGD op een test- of priklocatie.

Wat heeft het een met het ander te maken? Doordat de GGD uit het niets zo’n grote en gulle werkgever werd, zijn veel jongeren gewend geraakt aan een loon van €12,- per uur. Je bent dan wel gek als je je werk inruilt voor een bijbaantje in een winkel, waar het gemiddelde uurloon voor een 20-jarige €7,86 is. Dat leidt tot grote frustratie bij recruiters in de retail, alhoewel Werf& dat alleen met off the record-quotes kan staven.

Restaurants boos, maar eind-30’ers vooral schuldig

Voor de horeca, waar het uurloon voor een 20-jarige op €9,30 ligt, is het ook lastig om jongeren aan te nemen. “Met overheidsgeld hebben de GGD’s de arbeidsmarkt kapot gemaakt”, laat horeca-ondernemer en vicevoorzitter van de Bredase afdeling van Horeca Nederland Johan de Vos in het AD optekenen. Volgens hem is het voor zijn branche nog nooit zo lastig geweest om jongeren te verleiden om de terrassen te lopen.

Toch is het te makkelijk om jongeren de schuld te geven van de stilstand op de arbeidsmarkt, weet Geert-Jan Waasdorp. Als directeur van Intelligence Group levert hij arbeidsmarktdata aan werkgevers. “We zien met name dat er in de leeftijdsgroep van 35 tot 40 nauwelijks beweging is”, vertelt hij.

Door overheidssteun zit iedereen veilig

De verklaring daarvoor vinden we natuurlijk niet bij de GGD. In het eerder aangehaalde FD-artikel durft Rob Witjes, hoofd van de arbeidsmarktinformatie bij het UWV, wel naar de oorzaken re raden.

Minder bedrijven gaan failliet en dus komen er minder mensen op straat te staan

Enerzijds wijst hij naar de overheidssteun die veel werkgevers gedurende de coronacrisis hebben gekregen. Daardoor gaan er minder bedrijven failliet dan je bij een normale crisis zou verwachten. En dus komen er minder mensen op straat te staan. Zij hoeven dus ook niet op zoek naar een nieuwe baan.

Thuiswerken probleem en oplossing

Een andere oorzaak, weet Witjes, is dat veel mensen tijdens de coronacrisis gehecht zijn geraakt aan hun thuiswerkplek. Hebben ze een werkgever die hen aanbiedt om die thuiswerkoptie op z’n minst voor een paar dagen per week te behouden? Dan krabben ze zichzelf eerst drie keer achter de oren voordat ze opnieuw de banenmarkt opgaan. En daarmee dus hun thuiswerkkantoor op het spel zetten.

Dat juist in die thuiswerkplek ook een (weliswaar kleine) oplossing voor het probleem kan liggen, weet Huib-Jan Verhoef. Hij is recruiter bij Walters People, dat mensen selecteert voor financiële en ondersteunende functies. Ook hij doet z’n verhaal bij het Financieel Dagblad.

Mensen willen er niet meer vanaf

Verhoef draait de eerdere redenering van Witjes om. Want, zegt hij, als je als werknemer wél weer op kantoor moet komen werken, ga je juist op zoek naar een andere werkgever. Eentje waar je af en toe vanuit huis mag werken. Onder andere met die boodschap weet hij werknemers toch te paaien voor een overstap. “Mensen hebben geproefd hoe het is om een aantal dagen thuis te werken en willen er niet meer vanaf”, laat hij weten aan het FD.

Deze 30 ingrediënten heb je nodig voor een arbeidsmarkt met gelijke kansen

Een eerlijke arbeidsmarkt zonder knelpunten en met gelijke kansen: daar dromen ze bij Intelligence Group, OntwikkelRijk en De Loopbaan Academie van. En dus sloegen de drie partijen, respectievelijk een arbeidsmarktdatabureau, een projectorganisatiegroep en – u raadt het misschien al – een loopbaanacadmie, de handen ineen.

Dertig transformaties

De afgelopen 9 maanden onderzochten ze welke transformaties nodig zijn om hun droom tot werkelijkheid te maken. Drieduizend werkzoekenden en ruim 40 arbeidsmarktexperts werden ervoor aan de tand gevoeld. Het resultaat? Een lijst van 30 initiatieven die een knelpuntvrije en eerlijke arbeidsmarkt opleveren. LoopbaanPro bekeek het onderzoeksrapport en zet alle 30 transformaties voor u op een rijtje.

LoopbaanPro bekeek het onderzoeksrapport en zet alle 30 transformaties voor u op een rijtje

  1. Iedereen een competentie- of arbeidsmarktprofiel (CAP)

Ben je 15 jaar oud? Dan begin je met het opbouwen van een competentiepas. Die is gekoppeld aan je BSN-nummer en wordt tijdens de middelbare school, je studie en je loopbaan geüpdate met onder andere ervaring, certificaten en vaardigheden. Waar mogelijk gaat dat automatisch, en anders voegt een daartoe geautoriseerde instantie jouw skills handmatig toe. Een cv ‘on steroids’, zeg maar.

  1. Jaarlijks een werk- en ontwikkelcheck (WOC)

De jaarlijkse werk- en ontwikkelcheck is een jaaropgave van je employability. Op je loonstrookje zie je hoe jouw positie op de arbeidsmarkt nu is: bijvoorbeeld doordat in beeld wordt gebracht hoe groot de kans is dat jouw baan in de toekomst wordt geautomatiseerd. Je ziet ook hoeveel vacatures er momenteel zijn voor jouw baan, en welke baankansvergrotende cursussen je kunt volgen.

  1. Werk- en ontwikkel check (WOC) een primaire arbeidsvoorwaarde en burgerrecht

De hierboven uitgelegde WOC moet niet alleen in sommige cao’s komen te staan: iedere werknemer heeft recht op dit overzicht. Het is dus een primaire arbeidsvoorwaarde. En misschien zelfs wel een burgerrecht.

Zo ziet het salarisstrookje van de toekomst eruit
  1. Werk aan ‘samen regie’ in plaats van ‘eigen regie’

‘Eigen regie’ voor werknemers vinden we in veel beleidsplannen terug, maar in plaats van dat het concept werknemers op eigen benen laat staan, schuift het verantwoordelijkheden op ze af. We moeten daarom toe naar ‘samen regie’. Daarbij nemen werkgevers en leidinggevenden verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van hun werknemers. Laatstgenoemden beslissen uiteindelijk natuurlijk helemaal zelf over welke stappen ze wel en niet zetten.

  1. Leer hoe de arbeidsmarkt en het sollicitatieproces werken

Veel sollicitatietrainingen gaan nu nog over ‘wie ben ik?’, ‘wat wil ik?’ en ‘wat kan ik?’. Daar moet aan worden toegevoegd: ‘hoe en waar vind ik het?’. Alleen als werkzoekers weten hoe de arbeidsmarkt en het sollicitatieproces werkt, weten ze waar ze kunnen zoeken naar een baan die bij hen past.

  1. Future skills label

Lijstjes van schaarsteberoepen en beroepen van de toekomst zijn er in overtal. Maar de gemiddelde werkzoeker is niet op de hoogte van het bestaan ervan. Dat moet veranderen: alleen zo weet een werkzoekers of-ie met z’n huidige skills ook in de toekomst aan de bak komt.

  1. Gesprek over loopbaanpaden, per levensfase kunnen switchen in werk

Naarmate er dingen in je leven veranderen, verandert ook wat je in een baan zoekt. Werknemers moeten zich dat realiseren. Op die manier voorkomen we dat mensen langzaam maar zeker in werk verstrikt raken waar ze eigenlijk geen energie van krijgen. Burn-outs en verzuim zijn daarvan vaak het gevolg.

Naarmate er dingen in je leven veranderen, verandert ook wat je in een baan zoekt

  1. Bekwamen in het gebruik van sociale media en presentatie

Werkzoekers moeten beter worden geïnformeerd over hoe ze sociale media kunnen inzetten bij de ontwikkeling van hun carrière.

  1. Alle vacatures in Nederland samen, ook stage, zzp-klussen en vrijwilligerswerk

Via Indeed vind je veel banen. Via VacatureZoeker2021 vind je er nog meer. Maar een écht compleet overzicht van alle vacatures in Nederland is er nog niet. Wil je een gelijk speelveld op de arbeidsmarkt creëren? Dan moet dat er wel komen.

  1. Maak basisvacatureformats op basis van skills

Vacatureteksten zijn vaak onvolledig. Laten we in plaats daarvan werkgevers voorzien van basisvacatureteksten op basis van skills. Werkgevers kiezen welke skills ze zoeken. Sollicitanten kunnen vervolgens gericht solliciteren op passende vacatures. Ondertussen zetten we op die manier opnieuw een stap richting de skillsgerichte arbeidsmarkt.

  1. Een centrale plek voor werkpotentieel (vacatures en werkzoekenden)

Om transformatie 9 te realiseren, zou je werkgevers kunnen verplichten hun vacatures op één centraal punt aan te melden.

Je zou werkgevers kunnen verplichten om hun vacatures op één centraal punt aan te melden

  1. Voorkom ongeautoriseerde vacaturedoublures

Veel job boards kopiëren vacatures, waardoor dezelfde vacature soms wel twee of drie keer via één vacature-aggregator te vinden is. Geef je een vacature een niet-kopiëren-stempel mee? Dan maken we een eind aan dubbele vacatures, waardoor het weer wat makkelijker navigeren wordt op de banenmarkt.

  1. Vacatureteksten op juiste taalniveau

Vacatures voor praktische banen moeten op taalniveau 2F geschreven worden. Zo maakt iedereen een kans om te solliciteren. Dus ook mensen die weinig kennis hebben van de Nederlandse taal.

  1. Stappen in het sollicitatieproces van tevoren communiceren

Heb je wel eens een pakketje besteld via Bol.com? Dan weet je dat je precies kunt zien wat de status van jouw bezorging is. Bij sollicitaties zou dat niet anders moeten zijn.

De status van je sollicitatie, duidelijk weergeven
  1. Selectiecriteria en -vragen van tevoren communiceren

Sollicitanten moeten van tevoren inzicht krijgen in hun selectiecriteria. De vragen die hen wordt gesteld in een sollicitatiegesprek moeten ze ook van tevoren kunnen inzien. Alleen op deze manier mogen werkgevers inhoudelijk goede gesprekken verwachten.

  1. Arbeidsovereenkomst direct zichtbaar bij de sollicitatie

Weet een sollicitant bij voorbaat welk salaris en welke arbeidsvoorwaarden bij de vacature horen? Dan wordt de arbeidsmarkt een stuk transparanter. Bijkomend voordeel? De salariskloof tussen mannen en vrouwen neemt erdoor af.

  1. Eerlijke inzage in bedrijfscultuur, team en collega’s

Of een kandidaat een goede match is voor een werkgever, hangt in grote mate af van de werkcultuur. Wil een kandidaat daar een goed beeld van krijgen? Dan moet-ie worden uitgenodigd voor open dagen of meeloopdagen.

Of een kandidaat een goede match is voor een werkgever, hangt in grote mate af van de werkcultuur

  1. Privacy by design

Om een baan te vinden, moet je tegenwoordig wel je cv naar verschillende platforms uploaden. Wat er vervolgens mee gebeurt, is niet altijd duidelijk. Dat moet veranderen. Is de CAP uit transformatie #1 ingevoerd? Dan kun je bij een sollicitatie jouw recruiter tijdelijk toegang geven tot je CAP. Sollicitatie afgerond? Dan zeg je die toegang weer op.

  1. Solliciteren op basis van skills

Zelfs als de CAP er nog niet is, is solliciteren op basis van skills een strak plan. Daarbij krijgt een werkgever geen cv, maar een skills- en competentieprofiel dat aansluit op de vaardigheden waar hij in zijn vacature om vroeg.

  1. Alternatieve, creatieve manieren van solliciteren

Mensen moeten de mogelijkheid krijgen om te solliciteren op een manier die bij hen past. In je werk als loodgieter heb je geen vlotte pen nodig: van jou kan niet worden verwacht dat je een goede sollicitatiebrief schrijft. Solliciteer je liever via een video, of gewoon door een appje te sturen? Dan moet die mogelijkheid er ook zijn.

  1. Anoniem solliciteren om onbewuste vooroordelen te vermijden

Werkgevers moeten goed nadenken over welke informatie ze écht nodig hebben van een kandidaat om hem of haar goed te beoordelen. Zijn een naam, foto, geboortedatum, geslacht of leeftijd daar onderdeel van? Zo nee: vraag er dan ook niet naar. Het kan alleen maar discriminerend werken.

  1. Verschillende vormen van matching

Werkgevers: probeer mensen niet alleen te matchen op basis van sollicitatiegesprekken, maar bekijk ook eens andere mogelijkheden. Test iemand bijvoorbeeld op de werkvloer, laat ze een gamified assessment doen of neem iemand mee op een meeloopdag.

  1. Geef een inhoudelijke (persoonlijke) afwijzing met een (employability) advies

Neem je als werkgever iemand niet aan? Laat hem of haar dan weten waarom je dat niet doet, en sta ook open voor feedback van zijn of haar kant. Op die manier wordt het sollicitatieproces toch nog iets waar jullie allebei wat van opsteken.

Neem je als werkgever iemand niet aan? Laat hem of haar dan weten waarom je dat niet doet

  1. Contractvorm bespreekbaar maken tijdens het sollicitatiegesprek

Sommige mensen geven de voorkeur aan de vrijheid van een freelancecontract, anderen willen de zekerheid van een vast contract. Laat de werkzoeker bepalen welke contractvorm bij hem of haar past.

  1. Vacatureteksten schrijven samen met de directe collega’s

Wie weet het beste wat er nodig is op de werkvloer? Juist: mensen die er rondlopen. Laat de directe collega’s van iemand die je aanneemt dus helpen bij het schrijven van de vacaturetekst.

  1. Zoekvraag formuleren aan de hand van skills en biasfree

Zorg dat de vacaturetekst mensen van alle achtergronden en zowel mannen als vrouwen aanspreekt.

  1. Recruiters aan het roer bij opstellen van vacatureteksten

Recruiters zijn professionele vacaturetekstschrijvers: zij weten dus als geen ander hoe ze met een tekst een brede groep mensen kunnen interesseren. Laat het schrijven van de vacaturetekst dus over aan hen.

Laat het schrijven van de vacaturetekst over aan een recruiter

  1. Maak het recruitersvak meer vakvolwassen

Om ervoor te zorgen dat die recruiters écht weten wat ze doen, is het geen gek idee om een kwalitatief leerregister voor recruitment in het leven te roepen.

  1. Getrainde selecteurs, hr-personen en hiring managers

Iedereen die zich professioneel bezighoudt met hiring-processen, moet van sollicitatiegesprekken een gelijkwaardige conversatie maken en weten waar z’n blinde vlekken liggen met betrekking tot bias. Een training kan daarbij helpen.

  1. Inclusietraining

Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen zich aangetrokken voelen tot jouw organisatie, kan het ook geen kwaad om je hiring managers op inclusietraining te sturen. Laat mensen zich uitspreken over hun vooroordelen en onderzoek wat je daarmee kunt doen.

Verder lezen

Wil je alle transformaties tot in detail zien toegelicht? Download dan het hele onderzoeksrapport via de website van Intelligence Group.

Solliciteren via TikTok: waardevol instrument of domme hype?

Sollicitatie-experts voorspellen het al jaren: de dagen van het cv en de sollicitatiebrief zijn geteld. Maar naar wat ervoor in de plaats komt, is het nog even zoeken. Duidelijk is wel dat solliciteren via TikTok steeds populairder wordt. Gaat dat Chinese social mediaplatform straks echt de concurrentie met de traditionele sollicitatie aan?

Amerikaanse werkgevers zien het zitten

Solliciteren via TikTok: op het eerste gezicht lijkt dat idee bezopen. Een app waar mensen (tieners, vooral) dansjes naartoe uploaden is immers verre van ideaal om een professionele indruk te maken. Toch zitten werkgevers in Amerika om TikTok-sollicitaties te springen. Zo erg zelfs, dat het sociale medium in de VS een pilot draait met een speciaal platform ervoor: TikTok Resumes (TikTok-cv’s).

Die pilot verloopt in fasen, de eerste daarvan werd afgelopen juli gehouden. Werkzoekers konden via TikTok een cv opnemen, die meteen naar een omgeving binnen TikTok werd geüpload. Daar konden recruiters ze makkelijk bekijken. Hieronder zie je een voorbeeldje:

@makena.yee

Here are the reasons why YOU should hire me! Don’t be shy, let’s get in touch. #tiktokresumes #tiktokpartner

♬ original sound – MAKENA

Tweede pilot al in zicht

Grote Amerikaanse bedrijven, denk aan Target, Chipotle en World Wrestling Entertainment, zaten erbovenop. Hun recruitmentafdelingen zien kennelijk brood in TikTok-sollicitaties en waren daarom als partners bij de eerste pilot betrokken.

TikTok heeft inmiddels verklapt dat er een tweede pilot aankomt. Wanneer die precies plaatsvindt, weten we nog niet.

Ook Nederlandse recruiters houden TikTok in de gaten

De grappenmakers bij satirewebsite De Speld merkten het afgelopen jaar nog maar eens op: als Amerika iets doet, doen wij het niet veel later ook. En dus begint solliciteren via TikTok ook in Nederland langzaam voet aan de grond te krijgen.

Recruiters zijn in ieder geval al volop op het platform te vinden. Pamela de Man, recruiter bij zorginstelling ’s Heeren Loo, vertelde daar enkele maanden terug over op recruitersplatform Werf&. Toen zij via TikTok kandidaten begon te werven, wist ze dat haar doelgroep daar nog niet echt te vinden was. Maar diens kinderen, zo liet De Man optekenen, waren dat wel. En dus bereikte ze haar doelgroep met haar wervingsvideo’s alsnog, zei het via-via.

Recruiters zijn in ieder geval al volop op het platform te vinden

Nog veel eerder, in januari van 2020 om precies te zijn, riep recruitmentexpert Wouter Hylarides via dit Werf&-artikel zijn collega’s ook al op om TikTok in te zetten voor hun werving.

Prima alternatief voor brief

Dat recruiters zowel in Amerika als bij ons thuis potentie zien in TikTok als een wervingsplatform is logisch. Ze kunnen er op een toegankelijke en vooral leuke manier hun employer branding kwijt.

En dat ze over het algemeen openstaan voor sollicitaties via TikTok, is ook niet zo gek. Niet iedere kandidaat kan zichzelf immers goed uitdrukken in een brief: voor sommige mensen is het makkelijker om een pitch te doen via een video. TikTok wordt daarmee een prima alternatief. Bovendien krijgen recruiters met kort bewegend beeld meteen een goed idee van de persoonlijkheid van een kandidaat.

Zijn werkzoekers klaar voor TikTok?

De hamvraag is vervolgens: zijn werkzoekers in Nederland al klaar om hun sollicitaties via TikTok te versturen. Een kleine zoektocht doet vermoeden: nog niet.

Dat daar op korte termijn verandering in komt, ligt echter voor de hand. Vooral nu supermarktketen Dirkmensen oproept om hun sollicitaties via het platform te versturen (zie onderstaande TikTok).

@dirksupermarkten

Dirk zoekt Dirkteur van de toekomst. Solliciteer via Tiktok met #Dirkteur op het Afdelingsmanager Traineeship. #dirkvandenbroek #chooseyourcharacter

♬ origineel geluid – Dirk van den Broek

 

Om kandidaten op weg te helpen met hun TikTok-sollicitaties, publiceerde werkzoekersplatform Sollicitatiedokter deze maand overigens een zelfhulpartikel over het onderwerp.

Rouwverlof na miskraam krijgt wereldwijd meer aandacht

Het verdriet en de angst die de zwangere Rachel Ferguson gevoeld moet hebben is je maar moeilijk voor te stellen. In haar woonplaats, het Noord-Ierse stadje Derry, kwam haar dokter zijn kantoor binnen met slecht nieuws. “Probeer niet te gehecht aan je baby te raken”, zei hij. “Over zes weken weten we meer, maar waarschijnlijk wordt het een miskraam.”

Het verhaal van Rachel

De dokter kreeg – wonder boven wonder – ongelijk. De dochter van Rachel is inmiddels 7 jaar oud en kerngezond. Toch is het trauma van de potentiële miskraam de Noord-Ierse altijd bijgebleven. En nu, als gemeenteraadslid van de lokale Alliance-partij, wil ze ervoor zorgen dat vrouwen met minder geluk dan zij, wél de tijd krijgen om hun miskraam te verwerken. Want had Rachel een miskraam gekregen? Dan had ze de volgende ochtend gewoon weer op kantoor moeten verschijnen.

Het trauma van de potentiële miskraam is de Noord-Ierse altijd bijgebleven

Lang verhaal kort: Rachel deed een voorstel in de gemeenteraad van Derry om “inlevend en progressief” beleid te maken voor vrouwen die een miskraam krijgen. Dat voorstel werd door alle leden gesteund. Het betekent onder andere dat vrouwen uit het Noord-Ierse stadje straks nooit meer vrije dagen hoeven op te nemen om het verlies van hun ongeboren kind te verwerken.

Steeds meer aandacht

We zoomen even uit. Het gemeentehuis van Derry is namelijk lang niet de enige politieke arena waar de roep om rouwverlof na een miskraam klinkt. Typ je er iets over in op Google News? Dan word je meteen om de oren geslagen met recente berichten uit nationale en regionale parlementsgebouwen. Over de hele wereld worden soortgelijke wetten daar de laatste tijd druk door de relevante Kamers geloodst.

Als je zwanger bent en je je baby verliest, wordt al het andere vaak triviaal

Natuurlijk is dat goed nieuws. Want als je zwanger bent en je je baby verliest, wordt al het andere vaak triviaal: je werk is waarschijnlijk wel het laatste waar je midden in je rouwproces mee bezig wilt zijn. Voor jou – maar op lange termijn ook voor je werkgever – is het op dat moment het beste om de tijd te nemen voor je rouwverwerking.

Amerika werkt aan nieuwe wet

Een van de plekken waar op dit moment aan verlofregels voor miskraamslachtoffers wordt gewerkt, is Amerika. Volgens officiële cijfers eindigt 10 tot 15% van de zwangerschappen daar in een miskraam. Met de Support Through Loss Act willen twee vrouwelijke leden van het Huis van Afgevaardigden zwangeren die ermee te maken krijgen nu te hulp schieten. Vrouwen die een miskraam krijgen hebben volgens de wet die zij schreven recht op drie vrije dagen voor hun rouwverwerking.

“Slachtoffers zoeken vaak geen hulp omdat er een taboe rust op het openbaar maken van een miskraam”

In hun persbericht noemen de twee een miskraam “iets waar veel mensen mee te maken krijgen”. Toch zoeken slachtoffers volgens de politici vaak niet de hulp die ze nodig hebben omdat er een taboe rust op het openbaar maken van een miskraam. Hun wet moet daar een eind aan maken, mede omdat hij naast de drie verlofdagen ook 45 miljoen dollar aan onderzoeksgeld vrijmaakt.

Nieuw-Zeeland toonaangevend

Aan de andere kant van de wereld, in Nieuw-Zeeland om precies te zijn, werd een nieuwe miskraamverlofwet begin dit jaar aangenomen. Dat zorgde meteen voor een internationale mediastorm: de wet was wereldwijd de eerste in zijn soort.

Bijzonder aan de Nieuw-Zeelandse wet – die overigens unaniem werd aangenomen door het parlement – is dat-ie niet alleen een zwanger persoon met een miskraam recht geeft op drie dagen verlof. De wet geeft namelijk iedereen die last heeft van de miskraam, dus bijvoorbeeld ook de partner van de zwangere, drie dagen vrij van werk.

“Het verdriet dat gepaard gaat met een miskraam is geen ziekte”

Voordat de wet werd aangenomen, werd van Nieuw-Zeelanders die na een miskraam tijd nodig hadden nog gevraagd om ziektedagen op te nemen. Volgens de parlementariër die de nieuwe wet schreef was dat ronduit ongepast. “Het verdriet dat gepaard gaat met een miskraam is geen ziekte”, liet ze optekenen. “Het is een verlies en dat verlies kost tijd. Tijd om fysiek te herstellen en tijd om mentaal te herstellen.”

Bij ons thuis loopt onderzoek

Ook in Nederland wordt de roep om verlof na een miskraam steeds groter. Met name GroenLinks en de SGP – normaalgesproken toch niet elkaars beste vrienden op politiek gebied – maken zich er hard voor.

Het kabinet stelde in april daarom een onderzoek in. Hoe verlof bij een miskraam in Nederland werkelijkheid kan worden moet daaruit blijken. Demissionair minister Koolmees van Sociale Zaken gaf bij de bekendmaking van dat onderzoek aan dat hij de resultaten aan het eind van het jaar verwacht.

Dit is het nieuwe vijfjarenplan van het UWV (en zo wordt erop gereageerd)

Ten eerste de menselijke maat en ten tweede preventie: dat duo pijlers staat centraal in de nieuwe strategie van het UWV. Daarin stippelt de uitkeringsinstantie zijn plannen voor de komende vijf jaar uit. Afgelopen maand werd het gepresenteerd.

Menselijke maat

Dat in het document de menselijke maat zo breed wordt uitgemeten, is enigszins opvallend. Vraag je een willekeurig loopbaanprofessional, arbeidsmarktexpert of hr-medewerker naar de reputatie van het UWV? Dan krijg je terug dat de organisatie het afgelopen decennium maar weinig aandacht had voor het individu. Bij het UWV gaan ze nu kennelijk iets met die kritiek doen.

“We richten ons op de individuele mens en diens unieke kenmerken en omstandigheden”

“We richten ons op de individuele mens en diens unieke kenmerken en omstandigheden”, lezen we bijvoorbeeld in het vijfjarenplan. “Voor de meeste personen en situaties zijn onze reguliere dienstverlening en werkprocessen passend. Maar in complexe of afwijkende situaties benutten we de ruimte voor de menselijke maat.”

Preventie

Om de andere pijler wordt door loopbaancoaches eveneens al jarenlang geroepen: preventie. Daarbij gaat het – wellicht ten overvloede – over het preventief optreden tegen carrièresores. Dat verdient immers de voorkeur boven achteraf proberen om ze te genezen.

Ook met deze pijler heeft het UWV geen verleden. “De focus op preventie is nieuw in onze dienstverlening”, schrijft de uitkeringsinstantie zelf. “We bieden onze kennis en expertise aan op het terrein van werk en gezondheid, om bij te dragen aan het voorkomen van uitval door werk en aan een goede gezondheidsbeleving”, voegt het document toe.

De voorkant van het nieuwe UWV-strategiedocument

Ontvangen met open armen

Het nieuws dat het UWV de aandacht verlegt naar de menselijke maat en preventieve zorg, wordt door veel loopbaanprofessionals met open armen ontvangen. Dat blijkt uit een kleine rondgang op LinkedIn.

“Heel mooi dat er na jaren eindelijk meer aandacht is voor de menselijke maat!”, schrijft arbeidsmarktconsultant Hans de Vries bijvoorbeeld. Zijn collega en voornaamgenoot Hans Mulder Maters is dat met hem eens: “Goed om te horen dat de menselijke maat terug moet komen”. Beide Hansen laten die reacties achter onder de post van arbeidsmarktexpert Cees Bakker, die eveneens enthousiast is over de nieuwe UWV-strategie.

Eerst zien, dan geloven

Het visiedocument kent ook een aantal criticasters. Arbeidsrechtadviseur Ron van Baarlen merkt bijvoorbeeld op dat het UWV wel vaker mooie beloften heeft gedaan, waar dan vervolgens niks van terecht komt.

“Wat dat betreft, toont de praktijk dat het UWV nog flinke stappen moet zetten”

“Het verleden leert ons dat de publicatie van verbeterplannen niet bepalend is voor succes of falen. Hoe verbeteringen in de dagelijkse uitvoering vorm worden gegeven, is dat wel. Wat dat betreft, toont de praktijk dat het UWV nog flinke stappen moet zetten”, weet hij.

Arbeidsmarktverbinder Niels Aussems is dat met hem eens. “Eerst zien, dan geloven”, schrijft hij kort maar krachtig.

Waar zijn de digitale ambities?

Dan is er nog de reactie van Peter Boerman, hoofdredacteur en opiniemaker bij recruitersplatform Werf&. In een blog dat meer dan duizend woorden telt beklaagt hij zich over het uitblijven van de digitale ambities van het UWV. En dat terwijl de uitkeringsinstantie in eerdere strategiedocumenten nog vol inzette op nieuwe technologieën.

Boerman vindt het bijvoorbeeld frustrerend dat het UWV in zijn nieuwe strategie met geen woord rept over diens Werk.nl-initiatief. Die vacaturebank en cv-database had ooit de ambitie om de leidende vacaturesite van Nederland te worden. In 2015 leek dat te gaan lukken, de site kon toen rekenen op 43 miljoen jaarlijkse bezoekers. Vijf jaar later zijn die bezoekersaantallen echter bijna gehalveerd en lijkt de eerdergenoemde ambitie compleet vervlogen.

Niet effectief

“Het persoonlijke contact waar het UWV nu op inzet is ongetwijfeld fijn voor de betrokkenen”, schrijft Boerman in zijn relaas. “Maar het is niet erg effectief”. Die laatste bewering staaft hij met een onderzoek waaruit blijkt dat ‘de menselijke maat’ de baankansen van een werkzoeker in de eerste 12 maanden met slechts 2% vergroot.

“Het persoonlijke contact waar het UWV nu op inzet is niet erg effectief”

Waar het UWV volgens hem wél op moet inzetten, zijn feilloos werkende ICT-systemen die de hard skills en soft skills van werkzoekers in één oogopslag duidelijk maken. Daar zijn werkgevers volgens Boerman immers mee geholpen. En hen heb je ook nodig voor een soepel draaiende arbeidsmarkt.

“Had daarover ook niet iets meer informatie en ambitie mogen staan in de strategie tot 2025?”, vraagt Boerman zich hardop af.

Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen in de loopbaanwereld? Meld je via deze link dan aan voor onze nieuwsbrief!

Door CompetentNL spreekt iedereen op de skillsgerichte arbeidsmarkt straks dezelfde taal

We schreven het eerder deze maand al: de skillsgerichte arbeidsmarkt gaat niet meer weg. Dat betekent dat werknemers van morgen hun nieuwe baan niet meer vinden op basis van hun werkverleden, maar op basis van hun skills. Kan je mensen op hun gemak stellen als serveerster op een terras? Dan heb je immers in principe ook de vaardigheid om dat in een vliegtuig als stewardess te doen.

Dezelfde taal

Om die nieuwe manier van matching op de arbeidsmarkt te faciliteren, is het belangrijk dat iedereen dezelfde taal spreekt, vindt het UWV. Dat wil zeggen: voor iedere denkbare skill moet één woord komen. Want als jij een ‘doordouwer’ bent, dan ben je ook een ‘doorzetter’ en een ‘doorpakker’: de drie termen betekenen hetzelfde. Maar pas wanneer iedereen dezelfde term voor deze ene vaardigheid gebruikt, wordt het mogelijk om mensen in één oogopslag te matchen met een nieuwe functie in een nieuwe sector.

Ben je een ‘doordouwer’? Dan ben je ook een ‘doorzetter’ en een ‘doorpakker’

En dus ontwikkelt het UWV op dit moment CompetentNL, een database van alle beroepen in Nederland met daaraan vastgekoppeld welke skills je ervoor nodig hebt. Een skillsontologie, noemt het UWV het zelf, naar de van oorsprong Griekse leer die eigenschappen van een entiteit beschrijft.

Hybride kunstmatige intelligentie

Het eindresultaat is straks een samenwerking tussen mens en computer: een hybride kunstmatige intelligentie. Arbeidsmarktexperts van vlees en bloed hebben de database van beroepen en vaardigheden opgesteld, een computer legt vervolgens relaties tussen al die begrippen.

Het eindresultaat is een samenwerking tussen mens en computer: een hybride kunstmatige intelligentie

In andere woorden: mensen hebben een database gemaakt waaruit blijkt dat zowel straatverkopers als makelaars resultaatgericht moeten zijn. De computer weet vervolgens dat jij als straatverkoper een volgende carrièrestap in het onroerend goed kunt overwegen.

Hoe goed die computers precies zijn in het leggen van links is natuurlijk nog een beetje afwachten. De kans dat loopbaanprofessionals de komende jaren nodig zijn om oordelen van kunstmatige intelligentie te corrigeren is groot.

Toepassingen

Toch gaat CompetentNL de loopbaanprofessional helpen. Zodra CompetentNL klaar is stelt het UWV de dataset namelijk open, waardoor iedereen met verstand van zaken hem voor zijn eigen toepassingen kan gebruiken. Tools die arbeidsmarktmatching op basis van skills mogelijk maken, kunnen zodoende makkelijk worden ontwikkeld.

Zodra CompetentNL klaar is stelt het UWV de dataset open

Die toepassingen doen overigens meer dan mensen op basis van hun skills op nieuwe beroepen matchen. Ze maken voor werkgevers ook inzichtelijk welke vaardigheden een werknemer nog mist om zijn werk goed uit te voeren.

Bijvoorbeeld: ziet een werkgever aan de hand van de skillsontologie dat een bepaald beroep om tien vaardigheden vraagt? En ziet hij in het skillspaspoort van zijn werknemer dat-ie negen van die tien vaardigheden bezit? Dan kan hij diegene op een cursus sturen om ook die tiende vaardigheid aan te leren.

Inzicht in scholing

Zoom je verder uit op het gerichte scholingsthema, dan kunnen opleidingen, brancheverenigingen en zelfs overheden de skillsontologie op eenzelfde manier gebruiken. Zij kijken niet naar het individu, zoals de werkgever uit het vorige voorbeeld, maar naar een beroepsgroep als geheel.

Het maken van dat soort constateringen wordt mogelijk doordat CompetentNL continue up-to-date wordt gehouden

Constateert een organisatie bijvoorbeeld dat er op de arbeidsmarkt steeds meer behoefte is aan een bepaalde vaardigheid? En komt die vaardigheid nu niet of nauwelijks voor bij de beroepsbevolking? Dan moet er worden geïnvesteerd in scholing in die specifieke vaardigheid. Het maken van dat soort constateringen wordt mogelijk doordat de skillsontologie van CompetentNL continue up-to-date wordt gehouden.

België bedankt

Voor de totstandkoming van CompetentNL is een welgemeend ‘dankjewel’ aan onze zuiderburen op z’n plaats. Nog voor het UWV aan CompetentNL begon, had diens Vlaamse equivalent VDAB al een skillsontologie op poten gezet. Het UWV heeft daar vervolgens op voortgeborduurd.

Voordeel van die samenwerking: als CompetentNL straks in de praktijk kan worden gebracht, kunnen Nederlanders ook op de Vlaamse arbeidsmarkt gematcht worden, en andersom.

Ook andere partijen, waaronder het CBS, het CPB en TNO, zijn betrokken bij de totstandkoming van Competent NL. House of Skills Amsterdam, EN Zuid en Passport4Work zijn dat eveneens.

Over de dijk

Buiten onze landsgrenzen zijn arbeidsmarktexperts overigens ook hard in de weer met het ontleden van beroepen in skills. In het Verenigd Konijkrijk heeft innovatiebureau Nesta bijvoorbeeld een coole interactieve datavisualisatie gemaakt (je ziet hem in de afbeelding hierboven). Vul je in de zoekbalk bovenaan die visualisatie een beroep in, dan krijg je vervolgens te zien welke skills je daarvoor nodig hebt, en in welke skillclusters die vaardigheden zich begeven.

Down Under kunnen ze er ook wat van. De National Skills Commission, een instelling die in het leven is geroepen door de Australische overheid, stelt je daar in staat om per beroep benodigde skills in blokjes te bekijken. Klik je zo’n blokje aan? Dan wordt in een percentage uitgedrukt hoe hard je de betreffende vaardigheid nodig hebt bij de baan. Je bent daarnaast één klik verwijdert van een pop-upvenster dat laat zien in welke andere beroepen je de skill kan gebruiken.

Deze 56 skills zijn nodig op de arbeidsmarkt van de toekomst (en zo gaan we ze leren)

Werkzaamheden waar je vroeger een mens van vlees en bloed voor nodig had, worden tegenwoordig opgepakt door robots. Het is evident: onze arbeidsmarkt automatiseert, digitaliseert en robotiseert in rap tempo. De Talent Monitor van arbeidsmarktdatabureau Intelligence Group en hr-dienstverlener HeadFirst Group herinnerde ons daar enkele weken geleden nog eens aan.

De arbeidsmarkt verandert

Die automatisering betekent ook dat werkgevers steeds minder vaak mensen nodig hebben die fysieke arbeid of basale cognitieve arbeid leveren. Mensen die gevorderde cognitieve arbeid leveren, bijvoorbeeld zij die een niet functionerende robot weer aan de praat kunnen krijgen, zijn daarentegen enorm in trek. Die ontwikkeling was al gaande, blijkt uit de hierboven genoemde Talent Monitor, maar is tijdens de coronacrisis in een stroomversnelling geraakt.

Mensen die een niet functionerende robot aan de praat kunnen krijgen zijn enorm in trek

Nu de arbeidsmarkt verandert, moeten de skills van toekomstige arbeiders mee veranderen. Dat weet iedereen. Welke skills precies belangrijk worden in de toekomst, is echter een stuk minder duidelijk. Om die academische kloof de overbruggen, gingen de wereldberoemde managementconsultants van McKinsey op onderzoek uit. Het doel? Overheden adviseren om maatregelen te treffen waarmee hun werkende bevolking in de toekomst de juiste skills bezit.

Drie kwaliteiten

Op basis van hun eigen ervaring en rapporten van wetenschappers die hen voorgingen kwamen de onderzoekers van McKinsey eerst tot de volgende conclusie. De werknemers van de toekomst moet, ongeacht in welke sector of welk beroep hij werkzaam is, deze drie kwaliteiten hebben:

  1. Waarde toevoegen aan een product waar een robot dat niet kan
  2. Werken met digitale instrumenten
  3. Aanpassingsvermogen hebben. Dat wil zeggen: het vermogen hebben om snel nieuwe manieren van werken en beroepen onder de knie krijgen

Dat was natuurlijk een beetje een open deur. Dat wisten de onderzoekers ook. En dus vervolgden ze hun onderzoek: uiteindelijk formuleerden ze 56 skills voor de arbeidsmarkt van morgen. Die skills werden onderverdeeld in 13 skillgroepen. Deze groepen werden op hun beurt weer in 4 categoriën verdeeld. Je ziet ze hieronder.

Het is overigens goed om te weten dat McKinsey het zelf niet over skills maar over ‘Delta’s’ heeft. Dat staat voor ‘Distinct Elements of Talent’. Die term wordt gebruikt omdat niet alleen vaardigheden maar bijvoorbeeld ook persoonlijke eigenschappen onder de 56 kenmerken vallen.

18 duizend mensen uit 15 landen

Nadat de onderzoekers eenmaal de skills van de toekomst in kaart brachten, onderzochten ze in hoeverre arbeiders anno nu de Delta’s al onder de knie hebben.

In hoeverre hebben arbeiders anno nu de Delta’s onder de knie?

Daarvoor stelden ze een vragenlijst samen waaruit blijkt in hoeverre een respondent een bepaalde Delta bezit. Die vragenlijst stuurden ze vervolgens rond: 18 duizend mensen uit 15 landen vulden hem in. De onderzoekers prikten voor iedere Delta bovendien een benchmark. Scoor je erboven, dan kan je met de Delta in kwestie uit de voeten. Scoor je eronder? Dikke pech: je bezit de Delta niet.

Resultaten

Niet geheel onverwacht bleken hoogopgeleiden de Delta’s beter onder de knie te hebben dan laagopgeleiden. Dat gaat echter niet op voor alle Delta’s. Kijk maar eens naar de grafiek hieronder: die geeft bijvoorbeeld weer dat je gevoel voor digitale ethiek niets te maken te heeft met het niveau van je opleiding. Wat je niet in onderstaande grafiek ziet, maar wat wel in het McKinsey-rapport staat, is dat hoogopgeleiden verder nauwelijks beter zijn in zelfleiderschap en interpersoonlijke Delta’s dan laagopgeleiden.

Verder blijkt uit het onderzoek van McKinsey dat hoe meer Delta’s je bezit, en hoe beter die verspreid zijn over de vier Delta-categorieën, hoe groter de kans is dat je op dit moment een baan hebt. De kans is dan bovendien groter dat je die baan leuk vindt en dat je er goed voor wordt betaald.

Echt opvallend is dat de Delta’s waar je hoog op scoort iets specifieks zeggen over je huidige situatie. Kan je bijvoorbeeld verschillende boodschappen makkelijk aan elkaar koppelen, ga je goed om met onzekerheden en heb je een hoog aanpassingsvermogen? Dan is de kans groot dat je op dit moment een baan hebt.

Blaak je van het zelfvertrouwen, kan je eenvoudig een werkplan ontwikkelen en ben je organisatorisch goed? Dan verdien je waarschijnlijk veel geld. Hoe de vork precies in de steel zit zie je in de pyramide hieronder.

Drie dingen die overheden nu kunnen doen

Met al die kennis komt dan nu het einddoel in zicht. Want: wat kunnen overheden doen om ervoor te zorgen dat werknemers van de toekomst die 56 Delta’s – of in ieder geval een groot deel ervan – onder de knie krijgen? McKinsey geeft drie adviezen:

  1. Hervorm scholen

Universiteiten moeten hun lesstof wijzigen, zo vindt McKinsey. Zelfleiderschap en interpersoonlijke Delta’s vergroten je baankans immers enorm, terwijl uit het onderzoek blijkt dat hoogopgeleiden ze nauwelijks beter beheersen dan laagopgeleiden. Daar maakt McKinsey uit op dat die Delta’s nu nog onvoldoende op universiteiten aan bod komen, en dat is de onderzoekers een doorn in het oog.

Hoe die Delta’s precies moeten worden onderwezen, weet McKinsey niet. Om dat te ontdekken, moeten overheden geld uittrekken voor onderzoek ernaar, staat in het rapport. Die onderzoekers moeten ook ruimschoots toegang krijgen tot onderwijsinstellingen, zodat ze hun lesmethoden in de praktijk kunnen toepassen, vindt McKinsey.

  1. Hervorm scholing voor volwassenen

Omdat de hervorming op scholen en universiteiten voor veel mensen te laat komt – ze hebben hun diploma immers al en zijn nu gewoon aan het werk – moet scholing voor volwassen ook worden hervormd, staat in het McKinsey-rapport. In die scholing moet de focus op Delta’s die je baankansen op dit moment vergroten liggen, vinden de onderzoekers. Denk daarbij aan doelgerichtheid, zelfkennis en zelfmanagement.

In scholing voor volwassenen moet de focus op Delta’s die je baankansen vergroten liggen

Op dit moment zijn cursussen voor volwassen vooral gericht op communicatieskills. Die krijgen tot wel 20 keer meer aandacht, weet het consultantbureau. En dat terwijl je baankansen van communicatievaardigheden niet per se groeien. Veranderen dus, menen de onderzoekers.

  1. Zorg dat levenslange scholing betaalbaar blijft

Hun laatste advies leiden de onderzoekers in door de huidige technologische revolutie te vergelijken met de industriële revolutie van de 19e eeuw. Laatstgenoemde zorgde ervoor dat jonge kinderen een basiseducatie kregen. De technologische revolutie, die continue om nieuwe vaardigheden van werknemers vraagt, moet er volgens de onderzoekers voor zorgen dat ook volwassenen blijven leren.

Om die verandering waar te maken, moeten overheden investeren in betaalbare, levenslange scholing, vindt McKinsey. In Nederland probeert de overheid aan dit advies gehoor te geven door middel van het STAP-budget en het Levenlanglerenkrediet.

Van zzp naar loondienst: 3 dingen die je meegeeft aan een cliënt die ‘terug’ moet

Iedere ondernemer start zijn zaak met een droom, maar voor sommigen barst die droom al snel in duigen. Op dit moment is dat nog meer het geval dan normaalgesproken. Vanwege de coronacrisis sluiten veel zzp’ers gedwongen de deuren van hun eenmanszaak.

Droom in duigen

Dan komt de vervolgstap. De rekeningen moeten nog steeds betaald worden, en dus ga je als ‘mislukte’ ondernemer – zo voelt dat voor velen althans – op zoek naar nieuw werk. Een stap terug, vinden ze dat zelf. Ze verliezen immers hun vrijheid, toch? En ze zullen taken moeten opknappen omdat de leidinggevende het zegt. Nadat ze aan het ondernemerschap mochten ruiken, hebben ze daar weinig zin in.

Zzp’ers die de ‘stap terug’ doen, blijken daar in de praktijk helemaal niet zo miserabel van te worden

De zzp’ers die de zogenaamde stap terug doen, blijken daar in de praktijk echter helemaal niet zo miserabel van te worden. Dat bleek afgelopen week, toen het NRC Handelsblad er aandacht aan besteedde. Uit het stuk in kwestie destilleerden wij drie dingen die je jouw cliënt mee kan geven, als-ie de stap van zzp naar loondienst maakt.

1. Zo groot is de stap (vooral op dit moment) niet

“Zzp’ers maken de nadelen van de overgang naar vast werk vaak te groot”, zegt arbeidspsycholoog Tosca Gort in het stuk. Dat is niet nodig, vindt ze. Natuurlijk moeten zzp’ers wat vrijheid inleveren als ze teruggaan naar een kantoorbaan. Maar anno 2021 zijn veel kantoorbanen best flexibel.

“De overgang van zzp naar vast werk is zachter doordat iedereen thuis werkt”

Marieke Wijma, een eventmanager die de stap van zzp naar vast werk eerder dit jaar maakte en eveneens in het NRC-artikel wordt aangehaald, merkt op dat de stap nu nog kleiner is dan normaalgesproken. Dat komt omdat veel mensen vanwege de coronacrisis thuiswerken. “Een gelukje,” noemt ze dat. Vanwege de thuiswerkpositie hoeft ze alleen voor vergaderingen op bepaalde momenten aanwezig te zijn. De rest van haar tijd kan ze zelf inplannen. “De overgang van zzp naar vast werk is daardoor zachter”, aldus Wijma.

2. In loondienst werken heeft meer voordelen dan zekerheid

Mensen die hun onderneming inruilen voor een vast contract, troosten zichzelf met de gedachte dat ze, in ruil voor hun vrijheid, financiële zekerheid terugkrijgen. Werken in een vaste baan heeft echter zoveel meer voordelen, merkt Gort op.

Zzp’ers die de stap naar vast werk maken zijn in de praktijk bijvoorbeeld positief verrast over de rust die het hen oplevert, vertelt Gort. Werken op vaste tijden betekent immers ook dat je op vaste tijden vrij bent, en dat levert een stressvrij gevoel op. Oud-zzp’ers zijn in hun nieuwe baan verder vaak te spreken over ontwikkelingsmogelijkheden die ze bij hun eigen bedrijf altijd zelf moesten bekostigen, weet Gort.

Werken op vaste tijden betekent ook dat je op vaste tijden vrij bent

En, ook niet onbelangrijk, een kantoorbaan betekent collega’s. Het zzp-schap is soms eenzaam. Als je voor het eerst in tijden over je ideeën kunt sparren met collega’s, geeft dat een bevrijdend gevoel.

3. Vermijd bureaucratische bedrijven

Al die voordelen nemen niet weg dat er één nadeel blijft kleven aan de stap naar vast werk. We noemden hem al: zzp’ers die teruggaan naar kantoor leveren vrijheid in. Wil jouw cliënt voorkomen dat die vrijheidsbeperkingen te groot worden? Dan komt het advies van Gort aan hem of haar op het volgende neer: Ga op zoek naar een bedrijf met een cultuur die jouw vrijheid goed waarborgt.

Volgens Gort doe je dat door te voorkomen dat je in een bureaucratische of sterk gereguleerde branche aan de slag komt. “Al krijg je vaak vanzelf meer vrijheid als je ergens heel goed in bent, óók bij banken en grote bedrijven”, voegt ze daaraan toe.

3 redenen waarom de skillsgerichte arbeidsmarkt ons niet meer gaat verlaten

Het internet is slechts een trend die binnenkort weer overwaait. Althans, zo dachten een boel mensen erover aan het begin van de .com-bubbel. Twintig jaar later weten we beter.

Here to stay

De manier waarop mensen in 2001 over het internet spraken, heeft wat weg van het huidige gesprek over de skillsgerichte arbeidsmarkt. Je leest er veel over, en toch bekruipt je het gevoel dat ook deze ‘trend’ binnenkort weer overwaait. De verandering lijkt immers te groot om door te drukken.

De skillsgerichte arbeidsmarkt is here to stay

Je hebt het mis: de skillsgerichte arbeidsmarkt – waarbij je solliciteert op basis van je skills, en dus niet op basis van je opleidingen en werkverleden – is here to stay. We zetten drie redenen daarvoor op een rijtje.

Reden 1: Nieuwe technologie maakt ‘ontbundelen’ mogelijk

Een paar uitzonderingen daargelaten, heb je voor ieder beroep een uitgebreid arsenaal aan skills nodig. En dat terwijl mensen per definitie niet overal even goed in zijn. Een pr-medewerker moet bijvoorbeeld zowel creatief als resultaatgericht zijn. Dat zijn skills die niet vaak hand in hand gaan, en dus zijn er veel pr-medewerkers die vooral goed zijn in één aspect van hun vak. Het andere beheersen ze minder.

Tot voor kort konden we eigenlijk niet om dit probleem heen. Voor sommige beroepen heb je nu eenmaal een combinatie van skills nodig die slechts weinig mensen bezitten. Maar nieuwe ontbundeltechnologiën brengen daar verandering in. Deze ICT-tools analyseren de taken die bij een bepaalde organisatie moeten worden uitgevoerd. Vervolgens kennen ze de taken toe aan werknemers die daar het best in zijn. In andere woorden: ze ontbundelen de taken van traditionele beroepen en herverdelen ze binnen de organisatie.

Door nieuwe technologieën kunnen we traditionele beroepen ontleden

Doordat we met nieuwe technologieën traditionele beroepen kunnen ontleden, wordt de skillsgerichte arbeidsmarkt voor werkgevers een stuk aantrekkelijker dan de traditionele arbeidsmarkt. Werkgevers hoeven nu immers niet meer die pr-medewerker uit het eerdere voorbeeld aan te nemen. In plaats daarvan laten ze het creatieve gedeelte van die baan aan hun creatiefste medewerker over. Het resultaatgerichte deel van het beroep – je raadt het al – gaat naar de medewerker die het meest op resultaat is gericht. Eindresultaat: de taken binnen het bedrijf worden beter uitgevoerd.

Reden 2: De transitionele arbeidsmarkt is noodzakelijk

De transitionele arbeidsmarkt was al in opkomst, maar de noodzaak ervan werd tijdens de coronacrisis pas echt duidelijk. Uit het niets daalde de vraag naar werknemers in de horeca en de luchtvaart naar het nulpunt, terwijl de zorgsector om collega’s stond te springen.

Dankzij de hulp van loopbaanprofessionals verliep die transitie vrij soepel: voor obers en stewardessen werd bijvoorbeeld een functie in ziekenhuizen gevonden. De transitie was echter nog soepeler verlopen als iedereen een skillspaspoort had. De zorgsector had dan benodige skills in kaart gebracht. Werknemers uit de luchtvaart of de horeca hadden ze – ondanks hun gebrek aan ervaring in de zorg – op basis van die skills op openstaande functies kunnen matchen. De tussenkomst van loopbaanprofessionals was op dit spoedmoment niet nodig geweest.

De transitie was nog soepeler verlopen als iedereen een skillspaspoort had

Werkgevers, werknemers en beleidsmakers realiseren zich nu hoe belangrijk een snelle transitie op de arbeidsmarkt kan zijn. Ze zullen er alles aan willen doen om die snelle transitie in de toekomst beter te faciliteren. Toewerken naar een arbeidsmarkt waarin skills dominant zijn is daar onderdeel van.

Reden 3: Het onderwijs flexibiliseert

De laatste indicator dat de skillsgerichte arbeidsmarkt een lang leven is beschoren, vinden we in de schoolbanken. Steeds meer beroepsopleidingen – zowel op hbo- als mbo-niveau – bieden mini-opleidingen aan. Ze hebben hun opleidingen ontbundeld op dezelfde manier als we in ‘reden 1’ bij beroepen zagen gebeuren. Om op het voorbeeld daarin voort te borduren: je hoeft je niet meer op te laten leiden tot pr-medewerker, als je dat niet wilt. In plaats daarvan kies je voor korte cursussen die je bijvoorbeeld ‘creativiteit’ of ‘resultaatgerichtheid’ bijbrengen.

Steeds meer beroepsopleidingen – zowel op hbo- als mbo-niveau – bieden mini-opleidingen aan

Dat scholen steeds vaker microcredentialing – het verkleinen van studiekaders voor het behalen van een diploma – toepassen vinden we overigens in ‘reden 2’. Beleidsmakers die indien nodig een snelle transitie op de arbeidsmarkt willen faciliteren, dringen er bij onderwijsinstellingen op aan dit door middel van skillsgerichte opleidingen mogelijk te maken.

Verder lezen

Wil je meer lezen over de skillsgerichte arbeidsmarkt, en waarom die meer is dan een trend? Lees dan hier het blog van onderzoeker Jouke Post op de website van het NOLOC.