In Nederland wonen 2 miljoen mensen die dolgraag willen werken, maar om wat voor reden dan ook geen duurzame baan hebben. Twee miljoen! Dat is meer dan Letland inwoners heeft.
Daar moet een oplossing voor komen, vonden onderzoekers Ton Wilthagen en Marieke Stolp. Namens de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek (NSvP) brachten ze (in dit whitepaper) vier rigoureuze arbeidsmarktveranderingen in kaart. Die zorgen ervoor dat die eerdergenoemde 2 miljoen Nederlanders wél een baan vinden.
Oplossing 1: anders denken over de waarde van werk
Als het op distributieve rechtvaardigheid aankomt, zitten we in Nederland wel goed. Dat wil zeggen: wie niet kan werken, krijgt in ons land een uitkering waarmee je rond kunt komen.
“Elk talent verdient het om ontwikkeld en benut te worden”
Maar wil je die 2 miljoen werklozen op de arbeidsmarkt betrekken, dan zal je iets aan de contributieve rechtvaardigheid moeten doen. Dat betekent dat iedereen die dat wil, zinvol werk moet kunnen krijgen. En ook: werk dat bij hen past. Want de waarde van werk is niet alleen het geld dat die baan oplevert, menen de onderzoekers. Het is ook de voldoening die iemand uit z’n baan haalt. “Elk talent verdient het om ontwikkeld en benut te worden”, schrijven ze in hun whitepaper.
Kortom: mensen moeten niet alleen het recht krijgen om van de maatschappij te profiteren. Het recht om eraan bij te dragen is ook een groot goed. De onderzoekers kijken daarom hoopvol naar initiatieven als open hiring. Daarbij kiest de werkgever niet zijn werknemers, maar andersom. Op die manier kiezen werknemers dus zelf waar ze aan bij willen dragen.
Oplossing 2: kosten en baten van werkprogramma’s beter verdelen
Het is niet zo dat regionale en lokale overheden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt laten verkommeren. Sterker nog: overal in het land zijn initiatieven die ervoor moeten zorgen dat die kwetsbare doelgroep aan het werk komt.
Het probleem? De kosten voor die projecten komen grotendeels bij de overheid te liggen. En die kan dus maar beperkt werkplekken ‘weggeven’. En de baten? Die zijn vaak grotendeels voor de private sector. Zij krijgen immers flink gesubsidieerde arbeid.
De voordelen van al die werkprogramma’s moeten beter in beeld worden gebracht
En dus, zo menen de onderzoekers, moeten er betere kosten-batenanalyses gemaakt worden. Krijgt de private sector beter inzicht in hoe hij van bepaalde programma’s profiteert? Dan zijn bedrijven sneller geneigd om een deel van de kosten te dragen.
De voordelen van al die werkprogramma’s moeten sowieso beter in beeld worden gebracht, vinden de onderzoekers. Het MKBA-systeem, dat nu vaak voor een kosten-batenanalyse wordt gebruikt, weegt bijvoorbeeld niet alle maatschappelijke baten mee.
Want wat levert het een stad op als werkprogramma’s ervoor zorgen dat de criminaliteit afneemt? En welke voordelen ondervindt het als een deel van haar bevolking opeens een stuk vrolijker is, omdat het zinvol en passend werk doet? Die baten zijn direct in euro’s uit te drukken, en worden dus door het MKBA-systeem soms gemist.
Oplossing 3: meer wegen naar zinvol en betaald werk aanleggen
Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Maar als het aan de onderzoekers ligt, zijn dat er in Nederland nog niet genoeg. Er moeten meer manieren komen waarop mensen zonder werk de arbeidsmarkt kunnen betreden.
Een van die wegen – eentje waar het onderzoeksrapport erg enthousiast over is – is de parallelle arbeidsmarkt. Die wordt gecreëerd door zowel de overheid als de private sector, en biedt werk aan mensen die op de normale arbeidsmarkt geen plek kunnen veroveren.
Door ervaring op de parallelle arbeidsmarkt, wordt je afstand tot de normale arbeidsmarkt verkleind
Iemand die een tijdje op de parallelle arbeidsmarkt werkzaam is, doet ervaring op. Door die ervaring wordt zijn of haar afstand tot de normale arbeidsmarkt verkleind. En dus is het uiteindelijk makkelijker om op die normale arbeidsmarkt aan de slag te komen.
Een goed voorbeeld van de parallelle arbeidsmarkt vind je nu in Amsterdam. Hier lees je meer over dat initiatief, dat de Werkbrigade heet.
Op de parallelle arbeidsmarkt bevinden zich expliciet geen nutteloze rotklusjes. Het werk is maatschappelijk zinvol en past, in overeenstemming met oplossing #1 uit het rapport, goed bij de talenten van de werknemer.
Dat het onderzoeksrapport zo enthousiast is over die parallelle arbeidsmarkt is overigens geen verrassing. Ton Wilthagen, medeopsteller van het rapport, bedacht het concept in 2019.
Oplossing 4: erken talent
Van die 2 miljoen werklozen in Nederland, weet eigenlijk niemand wat ze kunnen. En dat is een probleem, vinden de onderzoekers. Want als je niet weet waar ze goed in zijn, weet je ook niet waar je hun talenten het best benut.
Van die 2 miljoen werklozen in Nederland, weet eigenlijk niemand wat ze kunnen
De onderzoekers dragen het skillspaspoort als oplossing aan. Want als werkgevers toegang hebben tot een database vol skills, wordt het makkelijker voor hen om langdurig werkloze mensen op hun vacatures te matchen.
Met alleen het erkennen van talent ben je er echter nog niet, weten de onderzoekers. Langdurig werkloze mensen moeten ook de mogelijkheid krijgen om nieuwe skills te leren en bestaande skills te ontwikkelen.
Positieve noot
De onderzoekers realiseren zich dat hun voorgestelde veranderingen rigoureus zijn, zo valt aan het eind van hun whitepaper te lezen. Er is een andere kijk op de arbeidsmarkt voor nodig, en veel partijen zullen hun gedrag moeten veranderen. Maar dat betekent niet dat hun voorstellen onmogelijk zijn.
Sterker nog: iedere oplossing die ze aandragen, staat eigenlijk al in de kinderschoenen, zo menen ze. “In de huidige systemen zijn veranderingen al merkbaar en in veel arbeidsmarktregio’s, gemeenten, bedrijven en instellingen bruist het van energie en betrokkenheid”, aldus de onderzoekers.
Verder lezen
Het hele whitepaper, dat ‘De arbeidsmarkttransitie – naar meer waarde en meer werk’ heet, lees je hier.