Het doel van het traject dat jij en je cliënt voor ogen hebben is duidelijk: werk vinden dat past. En loop je al een tijdje in dit vak mee? Dan weet je dat het behalen van dat doel geduld vergt: werkgeluk dient zich nu eenmaal niet na een middagje loopbaantraining aan. De vraag die dat vervolgens oproept is ook duidelijk: wat moet je cliënt in de tussentijd in zijn of haar huidige baan, waar hij waarschijnlijker wel dan niet op is uitgekeken? Het antwoord komt uit onverwachte hoek: The New York Times heeft namelijk adviezen.
Toon een beetje nieuwsgierigheid
Het Amerikaanse nieuwsblad publiceerde eerder deze week een artikel met tips voor mensen die hun werk niet (meer) leuk vinden, maar vanwege omstandigheden tóch op hun plek moeten blijven zitten. Dat deed het naar aanleiding van onderzoek, waaruit blijkt dat slechts de helft van werknemers in de Verenigde Staten zijn werk met plezier uitvoert. Die aanleiding is voor ons niet ontzettend relevant, maar het resultaat, een lijst met adviezen, is dat wél. Want moet je cliënt nog even op z’n plek blijven zitten, terwijl jullie samen een volgende stap uitvogelen. Dan kan hij met de tips z’n laatste maanden bij z’n huidige werkgever wat makkelijker uitzingen.
Niet alleen uitgebluste Amerikanen, maar ook loopbaanbegeleiders in Nederland hebben iets aan de lijst
De eerste tip, die overigens net als veel andere tips in het artikel door Harvard-professor Amy C. Edmondson aan The New York Times wordt ingefluisterd, gaat over nieuwsgierigheid. “Het is makkelijk om problemen die je op je werk tegenkomt als negatief te ervaren”, lezen we. “Maar draai je het om? En kijk je met nieuwsgierigheid naar een uitdaging, en onderzoek je wat je zélf kunt doen om het op te lossen? Dat kun je daar veel voldoening uithalen.”
Verwachtingen bijstellen, maar vooral kleine veranderingen maken
Een andere tip in het artikel ligt voor de hand, al schrijven we het zelf. Hij luidt: ‘stel je verwachtingen bij.’ In de paragraaf eronder beargumenteert de Harvard-professor dat je, als je niet al te hoge verwachtingen hebt van de voldoening die je uit je werkdag haalt, je minder teleurgesteld bent als je om kwart over vijf naar huis rijdt zonder al teveel voor elkaar gekregen te hebben. Geen slecht advies natuurlijk, en voor je cliënt goed om in het achterhoofd te houden, maar je hoeft geen Harvard-professor te zijn om hem te bedenken.
Goed advies, maar je hoeft er geen Harvard-professor voor te zijn
De laatste tip in het stuk is van aanzienlijk hoger intellectueel niveau. Hij wordt opgevoerd door Dennis Stolle, een andere expert die in het stuk aan bod komt, en draait om het maken van kleine veranderingen. Als we even mogen parafraseren zegt de vooraanstaande psycholoog het volgende: ga na of je op het oog insignificante ingrepen kunt doen, die wél een groot effect op je werkgeluk hebben. Bijvoorbeeld: misschien vind je je werk op z’n minst minder vervelend als je op andere tijden werkt. Dan is het de moeite waard om dat bij een leidinggevende aan te kaarten – vragen kan altijd.
Verder lezen?
Heeft iemand een baan die niet bij hem past, dan gaat hij met de kleine ingrepen die we in het New York Times-artikel terugvinden niet de oorlog winnen. Maar het kan z’n dagelijkse werkzaamheden wél wat dragelijker maken, totdat hij in een loopbaantraject met jou werk vindt dat hem gegoten is. Daarom is het stuk, dat veel meer tips bevat dan we in deze samenvatting bespreken, zeker de moeite van het doornemen waard. Dat doe je via deze link.