Dorine Kat-Stronck
Wat doe je precies?
“Ik begeleid kankerpatiënten maar voornamelijk ex-kankerpatiënten. Na afloop van ingrijpende behandelingen zijn zij immers andere mensen geworden; er is veel veranderd in hun leven. Ik help hen daarom bij het vinden van een baan die past bij hun nieuwe ‘ik’.”
“Ik doe dat omdat ik in 2016 zelf borstkanker heb gehad. Op dat moment was ik eigen baas: ik had een evenementenbureau. Omdat er brood op de plank moest komen ben ik gewoon door blijven werken. Ik plande feesten en partijen tussen de chemokuren door.”
“Ik plande feesten en partijen tussen de chemokuren door”
“Pas veel later kwam ik erachter dat het werk dat ik deed niet meer bij me paste: fysiek was het te zwaar, de tijden dat het me mentale energie gaf waren ook voorbij. Ik ben me af gaan vragen: ‘Welk werk past er nu wél bij mij?’
“Van die zoektocht heb ik veel geleerd. In mijn huidige werk wil ik die kennis met mensen delen. Ik wil dat zij zich eerder in het proces realiseren dat kanker verandert wie je bent. Het verandert dus ook welke baan bij je past.”
Wat maakt jouw coachingstijl uniek?
“Ik werk met de droombaanmethode van Maartje Koppen. Dat is een beproefde manier die door veel loopbaanbegeleiders wordt toegepast. Samen met mijn coachee ontdek ik aan de hand ervan onder andere welke talenten hij of zij heeft en van welke omgeving hij of zij de meeste energie krijgt. Dat is een heel proces, maar uiteindelijk creëren ze er als het ware hun eigen droombaan mee.”
“Vervolgens help ik hen die droombaan te vinden.”
Welk moment uit jouw carrière als loopbaancoach is jou het meest bijgebleven?
“Ik heb een cliënt – geen ex-kankerpatiënt overigens – die aan het begin van het traject een beetje sceptisch over mijn aanpak deed. Zelf een droombaan creëren? Dat vond hij zweverig!”
“Zelf een droombaan creëren? Dat vond hij zweverig!”
“Die jongen is na verloop van tijd toch helemaal losgekomen. Daardoor heeft hij belangrijke stappen gezet; hij is nu helemaal gemotiveerd om een carrièreswitch te maken. Momenteel werkt-ie nog als data-analist, maar straks gaat hij in z’n werk meer met creativiteit doen. Ook muziek en natuur, twee passies van hem, komen aan bod in zijn nieuwe baan.
“Ik krijg er kippenvel van nu ik erover praat. Het is zo mooi om die shift te zien.”
Wat vind je het lastigst aan je vak?
“Omdat veel van mijn cliënten kankerpatiënten zijn, krijg ik vaak te maken met de Wet Verbetering Poortwachter. In Spoor 1 van dat traject, als mensen net na hun diagnose en eerste ziekmelding nog niet hoeven te solliciteren, besteden ze geen aandacht aan hun werk. Logisch ook: ze hebben het veel te druk met chemokuren, het herstel daarvan en de emotionele stress die bij hun diagnose komt kijken.”
“Dat betekent wel dat wanneer ze zich eenmaal beter voelen, Spoor 2 van het traject al is aangebroken. Van het UWV moeten ze op dat moment verplicht solliciteren. En omdat ze nog geen tijd hebben gekregen om over hun nieuwe ‘ik’ na te denken, solliciteren ze vaak op werk dat vroeger bij hen paste. En dus niet op werk dat nu bij hen past.”
“Van al die niet-passende sollicitaties krijgen ze weinig energie. Dat is een extra groot probleem bij kankerpatiënten”
“Van al die niet-passende sollicitaties krijgen ze weinig energie. Dat is een extra groot probleem bij kankerpatiënten. Zij hebben daar vanwege hun gezondheid sowieso een gebrek aan.”
“In een ideale wereld denken patiënten daarom tijdens Spoor 1 van hun traject al na over het werk dat past bij hun nieuwe identiteit. Op het moment dat Spoor 2 aanbreekt, kunnen ze dan solliciteren op passend werk. Maar bedrijfsartsen en instanties stellen hen vaak niet tijdig op de hoogte van die noodzaak. Dat is voor hen maar ook voor mij soms erg frustrerend.”
En wat vind je het mooist?
“Ik help mensen graag tegen de stroom in te zwemmen. Daarmee bedoel ik dat de maatschappij van je verwacht dat je iets doet waarvoor je hebt geleerd, terwijl het voor mij zoveel opleverde om iets totaal anders te gaan doen. Als ik cliënten help om in mijn voetsporen te treden, word ik daar blij van.”
“Levenservaring is belangrijker dan werkervaring”
“Levenservaring is belangrijker dan werkervaring, geef ik hen altijd mee.”
Waar is de loopbaanindustrie volgens jou over 5 jaar, en wat ga jij concreet doen om daaraan bij te dragen?
“Ik denk dat er over vijf jaar beter wordt gekeken naar de match tussen persoon en baan. En het gaat normaler worden om daar als werknemer hulp bij te vragen. Door zo nu en dan met een loopbaanprofessional te onderzoeken of je baan nog bij je past, gaan we burn-outs en andere carrièreziekten voorkomen.”
“Doordat ik kankerpatiënten al vroeg in hun traject ervan overtuig dat hun nieuwe ‘ik’ in veel gevallen om een nieuwe carrière vraagt, hoop ik mijn steentje aan die ontwikkeling bij te dragen.”