Toen Braak zwanger was van haar zoon William, werkte ze in loondienst. Ze bekleedde een stevige functie, had altijd veel ambitie, maar merkte dat haar werk en haar zwangerschap nauwelijks samenkwamen. ‘Mijn hoofd stond op standje baby, ik had duizend vragen. Waar heb ik recht op? Hoe keer ik straks terug? Wat doet dit met mijn carrière? Maar vanuit mijn werkgever kreeg ik de antwoorden en begeleiding niet. Dus ik ging zelf op zoek.’
‘Ik kwam in een doolhof terecht’
Wat volgde was een worsteling met overheidswebsites, onduidelijke regelingen en verhalen van andere jonge ouders. ‘Ik kwam in een doolhof terecht, en daar zag ik hoe slecht het eigenlijk geregeld is. Vrouwen die hun zwangerschap verbergen omdat ze bang zijn hun contract te verliezen. Mannen die op werk te horen krijgen: “Verlof? Je vrouw is toch thuis?” En vrouwen die na hun verlof terugkomen en hun baan gewoon niet meer hebben. Mijn eigen beloofde promotie werd ingetrokken. Ze zeiden: je bent net moeder geworden, dit moet je niet willen. Dat was voor mij de druppel.’
Zorg verbergen om professioneel te lijken
In haar werk ziet Braak hoe diepgeworteld de norm van de “ideale werknemer” nog altijd is. ‘We verwachten beschikbaarheid, flexibiliteit, grenzeloze inzet. En impliciet is dat beeld vaak nog gebaseerd op een man die geen zorgtaken heeft.’ Voor vrouwen betekent dat vaak dat ze hun ouderschap verbergen. ‘Als hun kind ziek is, verzinnen ze een andere reden om thuis te blijven. Ze praten op werk liever niet over “thuis”, uit angst dat ze als minder professioneel worden gezien. Dat komt voort uit angst voor het oordeel: dat je minder toegewijd bent, of minder ambitie hebt. Tegelijkertijd krijgen mannen juist applaus als ze betrokken vaders zijn. De lat ligt gewoon anders. En vrouwen proberen dat te compenseren met harder werken, waardoor ze vaker tegen grenzen aanlopen.’
De regeling verandert, maar de norm blijft achter
De verlofregelingen in Nederland zijn de laatste jaren verbeterd, ziet Braak, maar dat gaat traag. ‘Pas sinds 2019 krijgen partners één week volledig betaald geboorteverlof. In 2020 kwamen daar vijf weken bij, maar dan deels betaald. En pas in 2022 kwam het gedeeltelijk betaalde ouderschapsverlof van negen weken voor allebei de ouders. Dat zegt veel over hoe langzaam we erkennen dat ouderschap iets gezamenlijks is. Dat de zorg voor kinderen óók werk is.’
In landen als Denemarken ziet ze een veel gelijkwaardiger systeem. Daar zijn verlof en zorg stevig geregeld, met goede publieke voorzieningen en een andere houding ten opzichte van ouderschap. ‘Het contrast met Nederland is enorm. Daar is het logisch dat vaders én moeders allebei tijd nemen voor hun gezin. Hier lijkt het nog steeds alsof dat een keuze is die je moet verdedigen.’
‘29% van de vrouwen valt binnen drie maanden na hun verlof uit’
Dat verlofperiodes in Nederland nog vaak slecht geregeld zijn, blijkt uit de cijfers. Slechts 15% procent van de werkgevers voldoet aan de wettelijke voorlichtingsplicht over verlof. En 29% van de vrouwen valt uit in de eerste drie maanden na hun verlof, waarvan meer dan de helft langdurig.
Volgens Braak is dat geen toeval. In veel organisaties weet niemand precies hoe het zit met verlofrechten, laat staan dat er goede afspraken worden gemaakt over vervanging of terugkeer. ‘Als je geen idee hebt waar je aan toe bent, als er geen overdracht is geregeld, als je tijdens je verlof alsnog wordt gebeld, dan ga je niet opgeladen terugkomen. En dan verwacht de omgeving vaak ook nog dat je meteen weer op volle kracht presteert.’
‘Een goede overdracht maakt het verschil’
Met VerlofHub begeleidt Braak vrouwen voor, tijdens en na hun verlof. Vooraf bespreekt ze samen met hen (en vaak ook HR) hoe het verlof eruit komt te zien, welke regelingen er zijn, hoe ze geen dief worden van hun eigen portemonnee en wie het werk tijdelijk overneemt. Tijdens het verlof is er ruimte voor reflectie: hoe gaat het nu, hoe kijk je naar werk en wat zijn je prioriteiten geworden? En na afloop helpt ze bij het vinden van een nieuwe balans tussen thuis en werk.
De vervanging is volgens Braak een belangrijk onderdeel bij een verlofperiode. ‘Veel stress tijdens verlof ontstaat doordat er niemand is die het werk overneemt. Dan gaat de telefoon alsnog. Daarom werk ik met een groot netwerk aan freelancers. We stemmen af wat nodig is, ik zorg dat er een goede overdracht plaatsvindt, en dat het werk doorgaat zonder extra druk op het team. Zodat ouders zich echt kunnen losmaken.’
Hormonale gezondheid hoort bij werkbeleid
In haar podcast met hormoonexpert Eveline van Scherpenzeel sprak Braak over de impact van hormonale schommelingen op werk. Volgens haar is dat gesprek hard nodig. ‘We hebben het op werk nauwelijks over vrouwengezondheid. Terwijl de overgang, een zwangerschap of zelfs je cyclus invloed kunnen hebben op energie, concentratie en belastbaarheid. En als dat niet bespreekbaar is, gaan vrouwen door totdat ze uitvallen.’
Daar ligt volgens haar niet alleen een taak voor HR, maar ook voor leidinggevenden. ‘Werkgevers hoeven echt geen expert te zijn, maar begin eens met simpele vragen te stellen: hoe gaat het met je? Wat heb je nodig in deze fase? Als dat gesprek er niet is, gaan we het ook nooit normaliseren.’
‘Zorg verdelen is een voorwaarde voor gelijke kansen’
Braak maakt zich hard voor vaders die gebruik willen maken van verlofregelingen. ‘Veel doen het niet, omdat ze het zich financieel niet kunnen veroorloven. Maar als het wél gebeurt, zie je meteen wat het oplevert. Betere hechting met hun kind, meer zelfvertrouwen als ouder, en vooral: ruimte voor vrouwen om hun carrière voort te zetten.’
Wat haar betreft moet Nederland toe naar een jaar betaald verlof, gelijk verdeeld over beide ouders, met een minimum voor de partner. Anders blijven de oude patronen in stand. ‘We verwachten dat vrouwen deeltijd werken, maar als ze fulltime werken vragen we: waarom heb je dan kinderen ‘genomen’? Aan mannen stellen we die vragen niet. En als ze wel tijd nemen voor hun gezin, worden ze in sommige branches zelfs uitgelachen. Dat moet echt stoppen.’
Meer kennis, openheid en bereidheid
Volgens Braak is het tijd voor fundamentele keuzes. Dat begint bij betere verlofregelingen. Maar meer kennis, openheid en bereidheid om het anders te doen, zijn daarbij onoverkomelijk. ‘We moeten verlof niet zien als een pauze van werk. Het is de start van een nieuwe levensfase waarin steun, begrip en heldere afspraken het verschil maken. En als we dat goed regelen, werkt het beter voor iedereen.’







